Il a paru juste qu'après avoir pu vivre ensemble pendant tant d'années, l'on fit un effort de patience un peu plus prolongé au moment de se séparer » (Ann., Sénat, 1921-1922, séance du 15 mars 1922, p. 367).
Het is gerechtvaardigd gebleken dat, na zovele jaren te kunnen hebben samenleven, iets meer geduld aan de dag wordt gelegd wanneer men uit elkaar gaat » (Hand., Senaat, 1921-1922, zitting van 15 maart 1922, p. 367).