Vertaling van "voisinage récemment révisée " (Frans → Nederlands) :

73. rappelle que l'application cohérente de la clause relative aux droits de l'homme prévue par les accords est fondamentale dans les relations entre l'Union européenne et ses États membres et les pays tiers; souligne qu'il importe de réexaminer le mode de coopération des États membres avec l'appareil de répression au nom de la lutte contre le terrorisme; souligne, à cet égard, qu'il importe que la politique européenne de voisinage récemment révisée s'attache à soutenir la réforme du secteur de la sécurité et, en particulier, à garantir une séparation claire des fonctions de renseignement et d'application de la loi; appelle la VP/HR, le représentant spécial de l'Union européenne pour les droits de l'homme, le SEAE, le Conseil et la Commission à renforcer leur coopération avec le comité européen pour la prévention de la torture et avec d'autres mécanismes compétents du Conseil de l'Europe, dans l'organisation et la mise en œuvre des projets d'assistance pour la lutte contre le terrorisme avec les pays tiers et dans toutes les formes de dialogue avec les pays tiers relatifs à la lutte contre le terrorisme;
73. herhaalt dat een consequente toepassing van mensenrechtenclausules in overeenkomsten van fundamenteel belang is voor de betrekkingen van de Europese Unie en haar lidstaten met derde landen; onderstreept hoe belangrijk het is om te onderzoeken hoe lidstaten hebben samengewerkt met het repressieapparaat in naam van terrorismebestrijding; onderstreept in dit verband de noodzaak dat in het onlangs herzien nabuurschapsbeleid de aandacht wordt toegespitst op het ondersteunen van hervormingen in de beveiligingssector en dat met name een duidelijke scheiding wordt gewaarborgd tussen inlichtingen- en wetshandhavingstaken; verzoekt HV/VV, de speciale EU-vertegenwoordiger voor de mensenrechten, de EDEO, de Raad en de Commissie om intensiever samen te werken met het Comité inzake de voorkoming van folteringen en andere relevante mechanismen van de Raad van Europa bij het plannen en implementeren van projecten met derde landen voor bijstand bij terrorismebestrijding en in alle vormen van dialogen met derde landen over terrorismebestrijding;

67. rappelle que l'application cohérente de la clause relative aux droits de l'homme prévue par les accords est fondamentale dans les relations entre l'Union européenne et ses États membres et les pays tiers; souligne qu'il importe de réexaminer le mode de coopération des États membres avec l'appareil de répression au nom de la lutte contre le terrorisme; souligne, à cet égard, qu'il importe que la politique européenne de voisinage récemment révisée s'attache à soutenir la réforme du secteur de la sécurité et, en particulier, à garantir une séparation claire des fonctions de renseignement et d'application de la loi; appelle la VP/HR, le représentant spécial de l'Union européenne pour les droits de l'homme, le SEAE, le Conseil et la Commission à renforcer leur coopération avec le comité européen pour la prévention de la torture et avec d'autres mécanismes compétents du Conseil de l'Europe, dans l'organisation et la mise en œuvre des projets d'assistance pour la lutte contre le terrorisme avec les pays tiers et dans toutes les formes de dialogue avec les pays tiers relatifs à la lutte contre le terrorisme;
67. herhaalt dat een consequente toepassing van mensenrechtenclausules in overeenkomsten van fundamenteel belang is voor de betrekkingen van de Europese Unie en haar lidstaten met derde landen; onderstreept hoe belangrijk het is om te onderzoeken hoe lidstaten hebben samengewerkt met het repressieapparaat in naam van terrorismebestrijding; onderstreept in dit verband de noodzaak dat in het onlangs herzien nabuurschapsbeleid de aandacht wordt toegespitst op het ondersteunen van hervormingen in de beveiligingssector en dat met name een duidelijke scheiding wordt gewaarborgd tussen inlichtingen- en wetshandhavingstaken; verzoekt HV/VV, de speciale EU-vertegenwoordiger voor de mensenrechten, de EDEO, de Raad en de Commissie om intensiever samen te werken met het Comité inzake de voorkoming van folteringen en andere relevante mechanismen van de Raad van Europa bij het plannen en implementeren van projecten met derde landen voor bijstand bij terrorismebestrijding en in alle vormen van dialogen met derde landen over terrorismebestrijding;

46. rappelle que l'application pleine et entière de la clause relative aux droits de l'homme dans les accords avec les pays tiers est fondamentale dans les relations qu'entretiennent l'Union européenne et ses États membres avec ces pays et estime qu'il existe une réelle volonté de réexaminer la manière dont les gouvernements européens ont coopéré avec les appareils de répression de dictatures au nom de la lutte contre le terrorisme; considère à cet égard que la politique européenne de voisinage révisée récemment doit soutenir fermement la réforme du secteur de la sécurité, qui doit notamment garantir une séparation claire entre les fonctions de renseignements et celles de répression; invite le SEAE, le Conseil et la Commission à renforcer leur coopération avec le Comité pour la prévention de la torture et avec d'autres instruments appropriés du Conseil de l'Europe en matière de planification et de mise en place de projets de soutien à la lutte contre le terrorisme avec des pays tiers ainsi qu'en ce qui concerne toutes les formes de dialogue avec des pays tiers dans ce domaine;
46. wijst er nogmaals op dat de volledige toepassing van de mensenrechtenclausule in overeenkomsten met derde landen van fundamenteel belang is in de betrekkingen van de Europese Unie en de lidstaten met die landen, en dat het nu tijd is voor een herbezinning op de manier waarop Europese regeringen, met het argument van terrorismebestrijding, hun medewerking hebben verleend aan het repressieapparaat van dictaturen; is in dat verband van mening dat het onlangs herziene Europees nabuurschapsbeleid de hervorming van de veiligheidssector terdege moet ondersteunen, waarbij met name een duidelijke scheiding tussen inlichtingen- en wetshandhavingstaken verzekerd moet worden; verzoekt de EDEO, de Raad en de Commissie om hun samenwerking met het Comité inzake de voorkoming van foltering en andere relevante mechanismen van de Raad van Europa op te voeren bij het plannen en uitvoeren van projecten in samenwerking met derde landen ter ondersteuning van terrorismebestrijding en bij alle vormen van dialoog inzake terrorismebestrijding met derde landen;