7. exprime sa crainte de voir le conflit et la violence sectaire se militariser davantage encore; prend acte du rôle des différents acteurs régionaux, notamment en ce qui concerne la livraison d'armes, et s'inquiète de l'effet de contagion qu'exerce le conflit syrien sur les pays voisins; condamne vivement l'attentat à la voiture piégée du 11 mai 2013 qui a tué et blessé des dizaines de personnes près d'un centre de réfugiés syriens dans la ville de Reyhanli, dans la province de Hatay au sud-est de la Turquie;
7. spreekt zijn bezorgdheid uit over een verdere militarisering van het conflict en over het sektarisch geweld; neemt kennis van de rol van verschillende regionale actoren, o.a. bij wapenleveringen, en maakt zich zorgen dat het conflict in Syrië naar naburige landen zou kunnen overslaan; veroordeelt ten zeerste de aanslag met een bomauto op 11 mei 2013 in de buurt van een basis van Syrische vluchtelingen in Reyhanli in de provincie Hatay in zuidoost-Turkije, waarbij tientallen doden en gewonden zijn gevallen;