« En raison de la stabilité de l'emploi moins étendue dans le temps, le licenciement abusif anticipé d'un ouvrier engagé pour une durée déterminée ou pour un travail nettement défini n'a pas paru devoir être sanctionné plus lourdement que par le paiement des indemnités forfaitaires prévues par l'article 40 » (Doc. parl., Chambre, 1977-1978, n° 293/4, p. 21).
« Aangezien de vastheid van betrekking heel wat beperkter is in tijd, leek het niet nodig het willekeurig vervroegd ontslag van een arbeider, die voor een bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk is aangeworven, strenger te bestraffen dan met de betaling van de in artikel 40 voorgeschreven forfaitaire vergoedingen » (Parl. St., Kamer, 1977-1978, nr. 293/4, p. 21).