3. Nonobstant l'interdiction prévue au paragraphe 1, les États membres peuvent, dans des cas exceptionnels, et pour des raisons dûment justifiées, continuer d'autoriser le parrainage existant de manifestations ou d'activités internationales faisant déjà l'objet d'accords à la date d'entrée en vigueur de la présente directive pendant une période se terminant plus tard le 1er octobre 2006, pour autant que les sommes consacrées à ce parrainage aillent en décroissant tout au long de la période transitoire, et que des mes
ures de restriction volontaires soient instaurées pour limiter la présence de la publicité dans le cadre des manifestations
...[+++] ou activités concernées.
2 bis. Ondanks het verbod overeenkomstig lid 1 kunnen de lidstaten in uitzonderlijke gevallen en om naar behoren gerechtvaardigde redenen de bestaande sponsoring van internationale evenementen of activiteiten waarvoor reeds overeenkomsten bestaan op het moment van inwerkingtreding van deze richtlijn, nog gedurende een overgangsperiode die op uiterlijk 1 oktober 2006 eindigt, blijven toestaan, mits de daaraan bestede bedragen gedurende die overgangsperiode afnemen en er vrijwillige maatregelen tot terughoudendheid worden ingevoerd om de zichtbaarheid van reclame bij zulke evenementen of activiteiten te verminderen.