Les débats précédant le vote de la loi du 28 juillet 1987, qui a permis de donner procuration à un parent ou un allié jusqu'au troisième degré alors que le texte antérieur visait le deuxième degré, expriment la volonté du législateur de trouver un équilibre entre la faculté réelle de pouvoir voter par procuration et la lutte contre les abus (Doc. parl., Chambre, 1985-1986, n° 591/3, p. 2).
De debatten die de goedkeuring van de wet van 28 juli 1987 voorafgaan, die het mogelijk heeft gemaakt volmacht te geven aan een bloed- of aanverwant tot in de derde graad, terwijl de vroegere tekst in de tweede graad voorzag, geven de wil van de wetgever weer om een evenwicht te vinden tussen de reële mogelijkheid om bij volmacht te kunnen stemmen en de bestrijding van misbruiken (Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 591/3, p. 2).