Comment l'équilibre linguistique a-t-il pu évoluer encore davantage au détriment des néerlandophones, malgré une volonté politique clairement exprimée et malgré les instructions du ministre Verwilghen visant à apporter rapidement des corrections ?
Hoe is het mogelijk dat de taalverhoudingen in die drie instellingen nog meer werden scheefgetrokken ten nadele van de Nederlandstaligen, ondanks de duidelijke politieke wil en blijkbaar ook ondanks de instructies van toenmalig minister Verwilghen om, op zijn minst wettelijk gezien, de zaak op korte termijn recht te trekken?