4. Les exploitants visés au paragraphe 3 prennent les dispositions appropriées pour faire en sorte que les
échanges de données soient possibles entre leurs aéronefs dotés d’une fonction de liaison de données et tous les organismes ATS susceptibl
es de contrôler les vols qu’ils exploitent dans l’espace aérien visé à l’article 1er, p
aragraphe 3, compte dûment tenu des éventuelles limitations de couverture inhérentes à la technologie d
...[+++]e communication utilisée.
4. De in lid 3 bedoelde exploitanten treffen passende regelingen om te garanderen dat gegevensuitwisselingen tot stand kunnen worden gebracht tussen hun luchtvaartuigen met datalinkcapaciteit en alle eenheden voor luchtverkeersdiensten die de door hen uitgevoerde vluchten kunnen leiden in het in artikel 1, lid 3, bedoelde luchtruim, waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke beperkingen van het bereik die inherent zijn aan de gebruikte communicatietechnologie.