2° le caractère judicieux du financement et des opérations de payement, la limitation des sommes disponibles sur les comptes financiers, le respect du jour fixe de payement, la comptabilisation correcte et ponctuelle des allocation
s payées à tort, le volume des débits en général et le volume des débits qui sont le
fait des caisses d'allocations familiales en particulier, le financement des payements indus, la célérité avec laquelle les débits sont récupérés et les montants qui, du fait de la prescription, n'ont plus pu être récupérés
...[+++]et ont été définitivement imputés au Fonds de réserve;
2° de nauwkeurigheid inzake de financiering van de betalingsverrichtingen, het beperken van de beschikbare gelden op de financiële rekeningen, de naleving van de vaste betaaldag, de tijdige en correcte boeking van de ten onrechte uitgekeerde bijslagen, de omvang van de debetten in het algemeen en van deze ten gevolge van fouten van de kinderbijslagfondsen in het bijzonder, de financiering van de onverschuldigde betalingen, de snelheid waarmee de debetten teruggevorderd worden en de bedragen die ingevolge verjaring niet meer konden worden gerecupereerd en definitief op het reservefonds moesten worden aangerekend;