"1° les indices sérieux de l'infraction qui justifient l'observation ou, si l'observation s'inscrit dans le cadre de l'enquête proactive définie à l'article 28bis, § 2, la suspicion raisonnable que des faits punissables vont être commis ou ont été commis mais ne sont pas encore connus, et les indices particuliers relatifs aux éléments décrits dans cette dernière disposition, qui justifient l'observation; ";
"1° de ernstige aanwijzingen van het strafbaar feit die de observatie wettigen, of, indien de observatie zich situeert in het proactieve onderzoek zoals omschreven in artikel 28bis, § 2, het redelijk vermoeden van te plegen of reeds gepleegde maar nog niet aan het licht gebrachte strafbare feiten, en de bijzondere aanwijzingen met betrekking tot de elementen omschreven in deze laatste bepaling, die de observatie wettigen; ";