3. Quand un membre invoque les dispositions du paragraphe 2 de l'article 11 et que ses voix sont utilisées à une séance du Conseil, ce membre est considéré, aux fins du paragraphe 1 du présent article, comme présent et votant.
3. Wanneer een lid gebruik maakt van het bepaalde in artikel 11, lid 2, en wanneer zijn stemmen worden uitgebracht op een bijeenkomst van de Raad, wordt dit lid geacht, voor de toepassing van lid 1, aanwezig te zijn en te stemmen.