En adoptant la disposition en cause, le législateur voulait « conférer un sens certain au droit d'utilisation accordé à la police fédérale » en vertu de l'article 89, alinéa 2, précité, sans pour autant exclure la possibilité d'exercer le recours prévu à l'article 61quater (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001 et DOC 50-2125/001, pp. 234 et 237).
Door de in het geding zijnde bepaling aan te nemen, wilde de wetgever « het gebruiksrecht [.] zinvol [.] maken » dat aan de federale politie is toegekend op grond van het voormelde artikel 89, tweede lid, zonder daarom de mogelijkheid uit te sluiten om het in artikel 61quater bepaalde rechtsmiddel aan te wenden (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001 en DOC 50-2125/001, pp. 234 en 237).