"voyageur se rendant dans un territoire tiers ou dans un pays tiers", tout passager en possession d'un titre de transport, par voie aérienne ou maritime, mentionnant comme destination finale un aéroport ou un port situé dans un territoire tiers ou dans un pays tiers, ainsi que tout passager quittant la Communauté par voie terrestre .
(c) reiziger die zich naar een derdelandsgebied of derde land begeeft: iedere passagier die in het bezit is van een bewijs van vervoer door de lucht of over zee, waarop als eindbestemming een luchthaven of haventerrein, gelegen in een derdelandsgebied of derde land, is vermeld, alsook iedere passagier die over het land de Gemeenschap verlaat .