S'il est vrai que l'article 1 , § 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions dispose que le Parlement flamand peut utiliser tous les moyens financiers qui lui reviennent en vertu des dispositions de la présente loi, pour le financement tant du budget des matières visées à l'article 107quater de la Constitution (compétences régionales) que du budget des matières visées à l'article 59bis de la Constitution (compétences communautaires), le Parlement flamand ne vote, en pratique, qu'un seul budget.
Artikel 1, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten bepaalt weliswaar dat het Vlaams Parlement alle financiële middelen die krachtens de bepalingen van deze wet aan dat parlement toekomen, mag aanwenden voor de financiering zowel van de begroting voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet (gewestbevoegdheden), als van de begroting voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet (gemeenschapsbevoegdheden), terwijl het Vlaams Parlement in de praktijk over één begroting stemt.