« Art. 146 bis. — L'abus frauduleux de l'état d'ignorance ou de la situation de faiblesse, soit d'un mineur, soit d'une personne dont la particulière vulnérabilité due à son âge, à une maladie, à une déficience physique ou psychique ou à un état de grossesse, est apparente ou connue de son auteur, pour obliger ce mineur ou cette personne à un acte ou à une abstention qui lui sont gravement préjudiciables, est puni d'un emprisonnement de trois mois à deux ans et d'une amende de 100 euros à 2 000 euros».
« Art. 146 bis. — Met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en een geldboete van 100 euro tot 2 000 euro wordt gestraft al wie bedrieglijk misbruik maakt van de onwetendheid of de zwakke positie van, hetzij een minderjarige, hetzij iemand van wie de bijzondere kwetsbaarheid wegens leeftijd, een ziekte, een fysieke of psychische handicap, dan wel zwangerschap, duidelijk tot uiting komt of aan de dader bekend is, en waarbij het misbruik tot doel heeft die minderjarige of die persoon te dwingen een daad te stellen of te verzuimen een daad te stellen, hoewel zulks hem of haar ernstig nadeel berokkent».