13º Ne pas avoir ralenti l'allure ou au besoin s'être arrêté lorsque le conducteur d'un véhicule affecté au transport scolaire signale, par l'utilisation de tous les feux de direction, que des enfants vont embarquer ou débarquer.
13º Zijn snelheid niet verminderd hebben of, zo nodig niet gestopt hebben, wanneer de bestuurder van een voertuig voor schoolvervoer, door het gebruik van alle richtingaanwijzers, aangeeft dat de kinderen gaan opstappen of uitstappen.