§ 2 Si le véhicule considéré comme perdu est retrouvé après le paiement de l'indemnité, l'ayant droit peut, dans un délai de six mois à compter de la réception de l'avis l'en informant, exiger de l'entreprise de transport ferroviaire à laquelle il a confié le véhicule pour utilisation en tant que moyen de transport, que le véhicule lui soit remis, sans frais et contre restitution de l'indemnité, à la gare d'attache ou à un autre lieu convenu.
§ 2 Indien het als verloren beschouwde voertuig na betaling van de schadevergoeding wordt teruggevonden, kan de rechthebbende, binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de ontvangst van de kennisgeving hiervan, van de spoorwegvervoeronderneming waaraan hij het voertuig voor gebruik als vervoermiddel ter beschikking heeft gesteld, verlangen dat het voertuig hem kosteloos en tegen terugbetaling van de schadevergoeding wordt teruggeven op het depotstation of op een andere overeengekomen plaats.