Enfin, en sa séance du 5 juin dernier, le Sénat, sur la proposition de la commission de Vérification des Pouvoirs, avait décidé d'accorder un délai de sept jours à Mmes Aynaou, Charlier, De Rijcke-Deman, Huts, Pétré, Rutjens, Saenen et Van Nieuwenhoven et à MM. Coppejans, Delvaux, Goldstein, Huybrechts, Joris, Lutgen et Vandenbussche, sénateurs suppléants élus le 18 mai 2003 et qui n'avaient pas jusqu'alors fournis au Sénat la preuve de leur éligibilité.
Ten slotte had de Senaat tijdens zijn vergadering van 5 juni jongstleden op voorstel van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven besloten een uitstel van zeven dagen te verlenen aan de dames Aynaou, Charlier, De Rijcke-Deman, Huts, Pétré, Rutjens, Saenen en Van Nieuwenhoven en aan de heren Coppejans, Delvaux, Goldstein, Huybrechts, Joris, Lutgen en Vandenbussche, senatoren-opvolgers die op 18 mei 2003 verkozen zijn en die op die datum het bewijs van hun verkiesbaarheid nog niet geleverd hadden.