La Cour relève enfin qu'au cas où un agent fait valoir devant lui qu'il n'a pas été à même, pour des raisons indépendantes de sa volonté, de respecter le délai légalement fixé, le juge est tenu de contrôler le bien-fondé des motifs invoqués par l'agent et de vérifier à quel moment il a été satisfait à l'article 11 de la loi du 20 juillet 1991.
Het Hof merkt ten slotte op dat de rechter, in het geval waarin een ambtenaar voor hem aanvoert dat hij, buiten zijn wil om, niet in staat is geweest om de wettelijk bepaalde termijn in acht te nemen, de door de ambtenaar aangevoerde redenen op hun gegrondheid dient te toetsen en dient na te gaan op welk ogenblik aan artikel 11 van de wet van 20 juli 1991 is voldaan.