Il s'agit plutôt d'une débâcle historique, car l'accord présente toutes les caractéristiques d'un compromis belge classique : la Flandre et la Wallonie obtiennent davantage de compétences en échange d'argent fédéral, donc essentiellement flamand, et ce sont les Flamands bruxellois qui trinquent.
Het gaat niet om een historisch akkoord, maar om een historisch debacle. Het vertoont alle kenmerken van een klassiek Belgisch compromis, namelijk Vlaanderen en Wallonië krijgen bevoegdheden bij in ruil voor federaal geld, dus overwegend Vlaams geld, en de Brusselse Vlamingen betalen het gelag. Zo was het ook altijd in het verleden.