Par « gijzeling », on entend, en l'espèce, « gevangenschap wegens weigering van eed/emprisonnement pour cause de refus de prêter serment » (van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal, 14édition révisée, Utrecht/Anvers, Van Dale Lexicografie, 2005, p. 1194, verbo « gijzeling », point 2).
Onder de term « gijzeling » verstaat men in casu « gevangenschap wegens weigering van eed » (van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal, 14e herziene uitgave, Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 2005, blz. 1194, verbo « gijzeling », punt 2).