Le gouverneur adjoint du Brabant flamand estime, dans sa décision du 5 octobre 2000 à laquelle Mme Willame fait allusion - une telle « décision » n'a en réalité aucun caractère contraignant - que la députation permanente de cette province invoque à tort plusieurs avis émis par la CPCL pour étayer sa thèse selon laquelle de telles communications au public peuvent être rédigées exclusivement en néerlandais.
De adjunct-gouverneur van Vlaams-Brabant meent in zijn beslissing van 5 oktober 2000, die overigens niet bindend is, dat de bestendige deputatie van de provincie zich ten onrechte beroept op adviezen van de Vaste commissie voor taaltoezicht om haar stelling te staven dat dergelijke mededelingen aan het publiek uitsluitend in het Nederlands mogen worden opgesteld.
