Traduction de «xviii article 32 paragraphe » (Français → Néerlandais) :

xviii)article 32, paragraphe 1, et article 32, paragraphe 2, premier, deuxième et quatrième alinéas.
xviii)artikel 32, lid 1, en artikel 32, lid 2, eerste, tweede en vierde alinea.

La partie requérante reproche aux dispositions attaquées de violer les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec les articles 12, a), 25, paragraphe 1, et 32 de la directive « électricité », avec l'article 16, paragraphe 2, de la directive « énergies renouvelables » et avec l'article 15, paragraphe 5, de la directive « efficacité énergétique ».
De verzoekende partij verwijt de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 12, a), 25, lid 1, en 32 van de « elektriciteitsrichtlijn », met artikel 16, lid 2, van de richtlijn « hernieuwbare energie » en met artikel 15, lid 5, van de richtlijn « energie-efficiëntie » te schenden.

Le troisième moyen est pris de la violation des articles 10, 11 et 13 de la Constitution ainsi que de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et des articles 32, paragraphe 2, et 37, paragraphe 1, de la directive « électricité ».
Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, alsook van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en van de artikelen 32, lid 2, en 37, lid 1, van de « elektriciteitsrichtlijn ».

Le décret du 11 avril 2014 transpose aussi les règles relatives à l'accès aux réseaux favorables aux énergies renouvelables, contenues à l'article 16, paragraphe 2, de la directive 2009/28/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 avril 2009 « relative à la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables et modifiant puis abrogeant les directives 2001/77/CE et 2003/30/CE » (ci-après : la directive « énergies renouvelables ») et à l'article 15, paragraphe 5, de la directive 2012/27/UE du Parlement européen et du Conseil du 25 octobre 2012 « relative à l'efficacité énergétique, modifiant les directives 2009/125/CE et 2010/30/UE et abrogeant les directives 2004/8/CE et 2006/32/CE » (ci-après : la directive « efficacité énergétique »).
Het decreet van 11 april 2014 zet ook de voor hernieuwbare energie gunstige regels betreffende toegang tot de netwerken om, die vervat zijn in artikel 16, lid 2, van de richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 « ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG » (hierna : de richtlijn « hernieuwbare energie ») en in artikel 15, lid 5, van de richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 « betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG » (hierna : de richtlijn « energie-efficiëntie »).

Section 3. - Non-conformité formelle Art. 28. Sans préjudice de l'article 26, lorsque l'Institut fait l'une des constatations suivantes, il invite l'opérateur économique en cause à mettre un terme à la non-conformité en question : a) le marquage CE a été apposé en violation de l'article 30 du règlement (CE) n° 765/2008 ou de l'article 14 du présent arrêté; b) le marquage CE n'a pas été apposé; c) le numéro d'identification de l'organisme notifié, lorsque la procédure d'évaluation de la conformité visée à l'annexe 3 s'applique, a été apposé en violation de l'article 14 ou n'a pas été apposé; d) la déclaration UE de conformité n'a pas été établie; e) la déclaration UE de conformité n'a pas été correctement établie; f) la documentation technique n'est pas disponible ou n'est pas complète; g) les informations visées à l'article 4, paragraphe 6 ou 7, ou à l'article 6, paragraphe 3, sont absentes, fausses ou incomplètes; h) les informations sur la destination d'usage de l'équipement hertzien, la déclaration UE de conformité ou les informations sur les restrictions d'emploi prévues à l'article 4, paragraphes 8, 9 et 10, n'accompagnent pas les équipements hertziens; i) les exigences de l'article 10 en matière d'identification des opérateurs économiques ne sont pas remplies; j) l'article 32, § 4 de la loi n'est pas respecté.
Afdeling 3. - Formele non-conformiteit Art. 28. Onverminderd artikel 26 verlangt het Instituut, wanneer het een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de non-conformiteit : a) de CE-markering is in strijd met artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of met artikel 14 van dit besluit aangebracht; b) de CE-markering is niet aangebracht; c) het identificatienummer van de aangemelde instantie, wanneer de in bijlage 3 opgenomen conformiteitsbeoordelingsprocedure wordt toegepast, is niet volgens de voorschriften van artikel 14 aangebracht of is niet aangebracht; d) de EU-conformiteitsverklaring is niet opgesteld; e) de EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld; f) de technische documentatie is niet beschikbaar of is onvolledig; g) de gegevens als bedoeld in artikel 4, paragraaf 6 of 7, dan wel in artikel 6, paragraaf 3, ontbreken, zijn onjuist of zijn onvolledig; h) bij de radioapparatuur is geen informatie over het beoogde gebruik van de radioapparatuur, geen EU-conformiteitsverklaring of geen informatie over gebruiksbeperkingen zoals opgenomen in artikel 4, paragrafen 8, 9 en 10, gevoegd; i) aan de eisen van artikel 10 inzake de identificatie van marktdeelnemers is niet voldaan; j) artikel 32 § 4 van de wet is niet nageleefd.

Art. 9. Un équidé qui est identifié pour la première fois après l'âge de douze mois reçoit : 1° soit un document d'identification « duplicata » s'il rencontre les conditions visées à l'article 29, paragraphe 1, point b), du règlement 2015/262; 2° soit un document d'identification de remplacement, conformément à l'article 32, paragraphe 1, point b), du règlement 2015/262.
Art. 9. Een paardachtige die voor het eerst wordt geïdentificeerd na de leeftijd van twaalf maanden, ontvangt : 1° ofwel een identificatiedocument "duplicaat" indien het voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 29, lid 1, onder b), van de verordening 2015/262; 2° ofwel een vervangend identificatiedocument conform artikel 32, lid 1, onder b), van de verordening 2015/262.

1. Sans préjudice de l’article 2, de l’article 8, paragraphe 3, de l’article 32, de l’article 38, paragraphe 2, de l’article 42, paragraphe 2, de l’article 55, paragraphe 6, de l’article 57, paragraphe 3, de l’article 58, paragraphe 3, de l’article 61, paragraphes 2 et 3, de l’article 62, paragraphe 5, de l’article 63, paragraphes 2 et 3, de l’article 74, paragraphe 1, deuxième alinéa, et de l’article 86, dans la mesure où la présente directive contient des dispositions harmonisées, les États membres ne peuvent maintenir en vigueur ni introduire des dispositions différentes de celles contenues dans la présente directive.
1. Onverminderd artikel 2, artikel 8, lid 3, artikel 32, artikel 38, lid 2, artikel 42, lid 2, artikel 55, lid 6, artikel 57, lid 3, artikel 58, lid 3, artikel 61, leden 2 en 3, artikel 62, lid 5, artikel 63, leden 2 en 3, artikel 74, lid 1, tweede alinea, en artikel 86 mogen de lidstaten, in zoverre deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen bevat, geen andere bepalingen handhaven of vaststellen dan die welke in deze richtlijn zijn vervat.

2. Le pouvoir d'adopter des actes délégués visé à l'article 13, paragraphe 6, à l'article 30, paragraphe 2, cinquième alinéa, à l'article 32, paragraphe 8, premier alinéa, à l'article 32, paragraphe 9, à l'article 34, paragraphe 7, à l'article 34, paragraphe 8, et à l'article 55, paragraphe 4, est conféré à la Commission pour une durée indéterminée à compter de la date d'entrée en vigueur du présent règlement.
2. De in artikel 13, lid 6, de vijfde alinea van artikel 30, lid 2, de eerste alinea van artikel 32, lid 8, artikel 32, lid 9, artikel 34, lid 7, artikel 34, lid 8 en artikel 55, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegaties worden verleend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

3. La délégation de pouvoir visée à l'article 18, paragraphe 3, à l'article 20, paragraphe 2, à l'article 21, paragraphe 5, à l'article 22, paragraphes 5 et 6, à l'article 23, paragraphes 6 et 12, à l'article 24, paragraphe 3, à l'article 25, paragraphe 8, à l'article 32, paragraphe 6, à l'article 33, paragraphe 6, à l'article 50, paragraphe 4, à l'article 54, paragraphe 3, à l'article 57, paragraphe 12, à l'article 65 et à l'article 74 peut être révoquée à tout moment par le Parlement européen ou le Conseil.
3. De in artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 2, artikel 21, lid 5, artikel 22, leden 5 en 6, artikel 23, leden 6 en 12, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 8, artikel 32, lid 6, artikel 33, lid 6, artikel 50, lid 4, artikel 54, lid 3, artikel 57, lid 12, artikel 65 en artikel 74 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

5. Un acte délégué adopté en vertu de l'article 18, paragraphe 3, de l'article 20, paragraphe 2, de l'article 21, paragraphe 5, de l'article 22, paragraphes 5 et 6, de l'article 23, paragraphes 6 et 12, de l'article 24, paragraphe 3, de l'article 25, paragraphe 8, de l'article 32, paragraphe 6, de l'article 33, paragraphe 6, de l'article 50, paragraphe 4, de l'article 54, paragraphe 3, de l'article 57, paragraphe 12, de l'article 65 et de l'article 74 n'entre en vigueur que si le Parlement européen ou le Conseil n'a pas exprimé d'objections dans un délai de deux mois à compter de la notification de cet acte au Parlement européen et au Conseil ou si, avant l'expiration de ce délai, le Parlement européen et le Conseil ont tous deux informé la Commission de leur intention de ne pas exprimer d'objections.
5. Een overeenkomstig artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 2, artikel 21, lid 5, artikel 22, leden 5 en 6, artikel 23, leden 6 en 12, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 8, artikel 32, lid 6, artikel 33, lid 6, artikel 50, lid 4, artikel 54, lid 3, artikel 57, lid 12, artikel 65 en artikel 74 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken.