Art. XX. 101. Tant en cas d'aveu qu'en cas de demande en faillite, le tribunal de l'insolvabilité peut suspendre sa décision pour un délai de quinze jours pendant lequel le débiteur peut introduire une demande en réorganisation judiciaire ou pendant lequel le procureur du Roi, un créancier ou toute personne ayant intérêt à acquérir tout ou partie des actifs ou des activités du débiteur peut introduire une demande en réorganisation judiciaire par transfert sous autorité de justice.
Art. XX. 101. Zowel in geval van aangifte als in geval van vordering tot faillietverklaring kan de insolventierechtbank haar beslissing opschorten voor een termijn van vijftien dagen tijdens welke de schuldenaar een gerechtelijke reorganisatie kan aanvragen of waarin de procureur des Konings, een schuldeiser of een persoon geïnteresseerd in het verwerven van het geheel of een deel van de activa of van de activiteiten van de schuldenaar een gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag kan aanvragen.