Si un bien agricole non bâti obtenu au tarif réduit mentionné à l'article 2.9.4.2.1, est ensuite impliqué dans un échange, le bien obtenu en échange, suivant l'article 2.9.4.2.8, est substitué au bien initialement acquis pour l'application de l'article 2.9.4.2.1, § 2, 5°, a), et § 6.
Als een ongebouwd landgoed, verkregen tegen het verlaagde tarief, vermeld in artikel 2.9.4.2.1, naderhand in een ruiling betrokken wordt volgens artikel 2.9.4.2.8, treedt het in ruil verkregen goed, voor de toepassing van artikel 2.9.4.2.1, § 2, 5°, a), en § 6, in de plaats van het oorspronkelijk verkregen goed.