Le CONSEIL D'ÉTAT, section de législation, deuxième chambre des vacations, saisi par le président du Sénat, le 8 juin 2000, d'une demande d'avis, dans un délai ne dépassant pas un mois, sur une proposition de loi « modifiant la nouvelle loi communale et la loi provinciale en vue d'interdire l'exercice des fonctions de bourgmestre, échevin ou député permanent aux candidats ne répondant pas aux exigences de la démocratie » (doc. Sénat, 1999-2000, nº 2-346/1), a donné le 30 août 2000 l'avis suivant :
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, tweede vakantiekamer, op 8 juni 2000 door de voorzitter van de Senaat verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een voorstel van wet « tot wijziging van de nieuwe gemeentewet en van de provinciewet, teneinde kandidaten die niet aan de eisen van de democratie voldoen, te verbieden het ambt van burgemeester, schepen of lid van de bestendige deputatie uit te oefenen » (Stuk Senaat, 1999-2000, nr. 2-346/1), heeft op 30 augustus 2000 het volgende advies gegeven :