C. considérant qu'une série d'événements préoccupants sont récemment survenus dans un certain nombre d'États membres de l'Union européenne, dont la presse et les ONG se sont largement fait l'écho, depuis l'interdiction de parades gays ou de marches pour l'égalité jusqu'à l'utilisation d'un langage menaçant, haineux et incendiaire par des dirigeants politiques et chefs religieux, en passant par l'incapacité de la police à assurer une protection adéquate et dispersant des manifestations pacifiques, mais aussi par des démonstrations de violence par des groupes homophobes et l'introduction dans certaines constitutions d'amendements visant expressément à empêcher les unions entre personnes du même sexe,
C. overwegende dat onlangs in een aantal lidstaten van de EU een reeks onrustbarende gebeurtenissen heeft plaatsgevonden waaraan door de pers en NGO's ruime aandacht is besteed, variërend van het verbieden van gay pride optochten of marsen ten behoeve van een gelijke behandeling, tot het gebruik van opruiende, haatdragende en dreigende taal door vooraanstaande politieke en religieuze leiders, politie die niet voldoende bescherming biedt of zelfs vreedzame betogingen uiteenjaagt, gewelddadige demonstraties door homofobische groepen en de invoering van grondwetswijzigingen om een expliciet verbod op (huwelijks)partnerschappen tussen personen van hetzelfde geslacht op te nemen,