Dans la mesure où l'on pourrait admettre, dans un Etat qui prône les libertés d'enseignement et d'expression, que le pouvoir organisateur d'une école manquerait (devrait manquer) à sa mission du fait de l'existence d'une loi ou d'un décret fondé sur une vision idéologique ou philosophique déterminée, quod non, il ne s'ensuit évidemment pas que la partie requérante concernée justifie d'un intérêt qui soit distinct de l'intérêt qu'a toute personne au respect de la légalité.
Voor zover in een Staat die de vrijheden van onderwijs en van meningsuiting huldigt, zou mogen worden aangenomen dat de inrichtende macht van een school in haar opdracht tekort zou (moeten) schieten door het bestaan van een wet of decreet waaraan een bepaalde ideologische of filosofische visie ten grondslag zou liggen, quod non, levert dit de betrokken verzoekster uiteraard geen belang op dat verschilt van het belang dat elke persoon heeft bij de handhaving van de wettigheid.