8. estime qu'à partir du moment où le
s États membres ont déjà mis en œuvre le calendrier de la directive-cadre sur l'eau, selon lequel les eaux côtières doivent pr
ésenter un bon état écologique pour 2015 au plus tard, il est illogique et contraire au but recherché de proposer des objectifs moins ambitieux pour le
s eaux marines, qui sont adjacentes et en partie identiques; estime que pour une bonne part des eaux côtières, il ne ser
...[+++]a pas possible d'obtenir un bon état écologique si les zones maritimes adjacentes ne disposent pas d'un bon état écologique comparable; 8. merkt op dat de tijdsplanning voor de waterkaderrichtlijn, waarbij een goede ecologische toestand van de kustwateren in 2015 moet zijn bereikt, al door de lidstaten is doorgevoerd; vindt het niet logisch en juist om gelijktijdig een minder ambitieuze doelstelling voor te stellen voor gedeeltelijk overlappende en aangrenzende mariene gebieden; benadrukt dat in een aantal kustwateren alleen een goede milieutoestand bereikbaar is als er een dienovereenkomstig goede toestand van het milieu in de aangrenzende mariene gebieden wordt bewerkstelligd;