Traduction de «économie ménagère rurale » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

économie ménagère rurale
landbouwhuishoudkunde

technicien diplômé en économie ménagère rurale
meesterkwalificatie huishoudwetenschappen

maître en économie ménagère rurale
meester in de landbouwhuishoudkunde

école ménagère rurale
landbouwhuishoudschool

Centre d'économie rurale
Centrum voor plattelandse economie

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

maître en économie ménagère rurale ("Meister in der ländlichen Hauswirtschaft"),
meester in de landbouwhuishoudkunde ("Meister in der ländlichen Hauswirtschaft");

maître en économie ménagère rurale ("Meister in der laendlichen Hauswirtschaft"),
landbouwhuishoudkunde (Meister in der ländlichen Hauswirtschaft);

-professeur de cours techniques et de pratique professionnelle (spécialité coupe et couture), Groupe B, d), les mots " économie familiale et rurale" sont ajoutés après les mots " économie ménagère ou économie ménagère agricole ou économie familiale et sociale" .
Leraar technische vakken en beroepspraktijk (specialiteit snit en naad), Groep B, d), worden de woorden « familiale en landelijke economie » toegevoegd na de woorden « huishoudkunde of landbouwhuishoudkunde of familiale en sociale economie ».

Art. 12. A l'article 11, B. Enseignement secondaire inférieur, 2° Dispensé dans les autres établissements, 8. -professeur de cours techniques et de pratique professionnelle (spécialité coupe et couture), Groupe B, a), les mots " économie familiale et sociale, économie familiale et rurale" sont ajoutés après les mots " Sections économie ménagère ou économie ménagère agricole ou technique sociale" .
Art. 12. In artikel 11, B. Lager secundair onderwijs, 2° Verstrekt in de andere inrichtingen, 8. leraar technische vakken en beroepspraktijk (specialiteit snit en naad), groep B, a), worden de woorden « familiale en sociale economie, familiale en landelijke economie » toegevoegd na de woorden « afdeling huishoudkunde of landbouwhuishoudkunde of sociaal-technische ».

Art. 11. A l'article 11, B. Enseignement secondaire inférieur, 1° Dispensé dans les établissements d'enseignement secondaire du degré supérieur, 8. -professeur de cours techniques et de pratique professionnelle (spécialité coupe et couture), Groupe B, a), les mots " économie familiale et sociale, économie familiale et rurale" sont ajoutés après les mots " Sections économie ménagère ou économie ménagère agricole ou technique sociale" .
Art. 11. In artikel 11, B. lager secundair onderwijs, 1°verstrekt in de inrichtingen voor hoger secundair onderwijs, 8. leraar technische vakken en beroepspraktijk (specialiteit snit en naad), Groep B, a), worden de woorden « familiale en sociale economie, familiale en landelijke economie » toegevoegd na de woorden « afdeling huishoudkunde of landbouwhuishoudkunde of sociaal-technische ».

-professeur de cours techniques et de pratique professionnelle (spécialité coupe et couture), Groupe B, a) les mots " économie familiale et sociale, économie familiale et rurale" sont ajoutés après les mots " Sections économie ménagère ou économie ménagère agricole ou technique sociale" .
Leraar technische vakken en beroepspraktijk (specialiteit snit en naad), Groep B, a) worden de woorden « familiale en sociale economie, familiale en landelijke economie » toegevoegd na de woorden « afdelingen huishoudkunde of landbouwhuishoudkunde of sociaal-technische ».

- maître en économie ménagère rurale ("Meister in der laendlichen Hauswirtschaft"),
- landbouwhuishoudkunde ("Meister in der laendlichen Hauswirtschaft"),