Le placement par un intermédiaire financier d'instruments financiers sur un compte auprès d'un organisme visé au § 2 ayant pour effet de soumettre ces instruments au privilège de ce dernier nécessite l'accord écrit du client de l'intermédiaire financier, à peine de violer l'article 148, § 3, de la loi du 6 avril 1995 relative aux marchés secondaires, au statut des entreprises d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements.
Het plaatsen van financiële instrumenten door een financiële tussenpersoon op een rekening bij een instelling bedoeld in § 2 met voor gevolg dat deze instrumenten aan het voorrecht van deze instelling worden onderworpen, vereist de schriftelijke toestemming van de cliënt van de financiële tussenpersoon, op straffe van inbreuk op artikel 148, § 3, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.