Les parties requérantes font valoir que le droit de parole au sens de l'article 458bis, modifié, du Code pénal instaure une égalité de traitement injustifiée entre les avocats et d'autres catégories de personnes qui sont tenues au secret professionnel au sens de l'article 458 du Code pénal, telles que les médecins, les pharmaciens, les agents de police et les prêtres.
De verzoekende partijen voeren aan dat met het spreekrecht in de zin van het gewijzigde artikel 458bis van het Strafwetboek een onterechte identieke behandeling wordt ingevoerd van de advocaten en van andere categorieën van personen die zijn gehouden tot het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek, zoals artsen, apothekers, politieagenten en priesters.