« § 2 bis. Dans leur acte d'acceptation, les candidats s'engagent à respecter, au cours des élections et durant leur mandat, les principes démocratiques d'un État de droit ainsi que les droits et libertés inscrits dans la Constitution, dans la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales du 4 novembre 1950 et dans le Pacte international relatif aux droits civils et politiques du 19 décembre 1966».
« § 2 bis. De kandidaten verbinden er zich in hun akte van bewilliging toe om tijdens de verkiezingen en gedurende hun mandaat, de democratische beginselen van een rechtsstaat, en de rechten en vrijheden die zijn ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966, te eerbiedigen».