(3) À cette fin, les services de radiodiffusion et de télévision et les services fournis par voie électronique à partir de pays tiers à des personnes établies dans la Communauté ou, à partir de la Communauté, à des preneurs établis dans des pays tiers devraient être imposés au lieu d'établissement du preneur des services.
(3) Te dien einde moeten radio- en televisieomroepdiensten en diensten die langs elektronische weg worden verricht vanuit derde landen voor in de Gemeenschap gevestigde personen of vanuit de Gemeenschap voor in een derde land gevestigde ontvangers, worden belast op de plaats van vestiging van de ontvanger van de dienst.