(16) Article 11, 9 et 10 de l'arrêté royal du 16 mars 2009 relatif à la protection des dépôts et des assurance
s sur la vie par le Fonds spécial de protection des dépôts et des assurances sur la vie: « Pour la détermination du m
ontant des créances éligibles au remboursement, il est tenu compte des règles suivantes: 9 les avoirs inscrits sur des comptes ouverts au nom de professionnels ne relevant pas de professions financières et affectés exclusivement à la détention et au mouvement de fonds de tiers ne sont reconnus comme créances app
...[+++]artenant à ces tiers que si les comptes sont sous-rubriqués au nom de ces tiers dans la comptabilité de l'établissement dépositaire ou si leur part est établie par le titulaire du compte sur base des communications faites lors des versements, virements et retraits; 10 les avoirs, autres que ceux visés au 9 , détenus par une personne agissant en son nom propre mais pour compte d'un tiers, sont considérés comme appartenant à ce tiers, si celui-ci était déterminé ou déterminable à la date de la défaillance de l'établissement financier ou de l'entreprise d'assurances».(16) Artikel 11, 9 en 10 van het koninklijk besluit van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen : « Voor de vaststelling van het bedrag van de s
chuldvorderingen die in aanmerking komen voor een terugbetaling, wordt uitgegaan van de volgende regels : 9 De tegoeden op rekeningen, geopend op naam van beoefenaars van niet-financiële beroepen, die uitsluitend middelen van derden bevatten en uitsluitend voor verrichtingen met deze middelen worden gebruikt, slechts als schuldvorderingen van deze derden erkend wanneer de betrokken r
...[+++]ekeningen zijn onderverdeeld in subrubrieken op naam van deze derden in de boekhouding van de instelling die optreedt als bewaarder of wanneer het aandeel van deze derden door de houder van de rekening wordt aangetoond op basis van de mededelingen bij stortingen, overschrijvingen en opvragingen; 10 de andere tegoeden dan bedoeld in het 9 , die worden gehouden door een persoon die optreedt in eigen naam maar voor rekening van een derde, worden beschouwd als toebehorend aan deze derde, wanneer die gekend of identificeerbaar was op het ogenblik waarop de financiële of verzekeringsinstelling in gebreke blijft».