Chacun des symboles de jeu, visés aux articles 4, 2°, 9, 2°, 14, 2° et 15/4, 2°, peut être composé de divers éléments graphiques, figuratifs, photographiques ou autres qui, formant un ensemble non-fragmentable, ne peuvent être isolément considérés comme étant des symboles de jeu. Art. 16/2.
Ieder spelsymbool, zoals bedoeld in de artikelen 4, 2°, 9, 2°, 14, 2° en 15/4, 2°, kan bestaan uit verschillende grafische, figuratieve, fotografische of andere elementen, die samen een ondeelbaar geheel vormen en niet afzonderlijk als spelsymbolen mogen worden beschouwd. Art. 16/2.