4.1.10. en cas de défaillance de la transmission de commande électrique d'un véhicule tracté, raccordé au moyen d'une ligne de commande électrique seulement, conformément au point 2.1.4.1.3 de l'annexe I, le freinage du véhicule tracté doit être assuré conformément au point 2.2.1.17.3.1 de l'annexe I. Il doit en être ainsi chaque fois que le véhicule tracté émet le signal de «demande de freinage par la ligne d'alimentation» par l'intermédiaire de la voie communication de données sur la ligne de commande électrique ou en cas d'absence prolongée de communication de données.
4.1.10. Bij storing in de overbrenging van de elektrische bediening van een getrokken voertuig dat volgens punt 2.1.4.1.3 van bijlage I alleen via een elektrische bedieningsleiding elektrisch is aangesloten, moet de remwerking van het getrokken voertuig zijn gewaarborgd volgens punt 2.2.1.17.3.1 van bijlage I. Van een dergelijke storing is sprake als het getrokken voertuig het signaal „remverzoek toevoerleiding” geeft via het datacommunicatiegedeelte van de elektrische bedieningsleiding of indien er blijvend geen datacommunicatie is.