Les objections émises concernaient notamment les risques d'abus (par exemple, faux témoignage dicté par la vengeance ou l'opportunisme), la crainte que l'obtention d'un avantage pénal conduise à un degré de récidive plus important et les coûts d'un régime pour les collaborateurs de la justice.
Bezwaren waren onder meer de risico's voor het misbruik (bijvoorbeeld valse getuigenis uit wraakzuchtige of opportunistische motieven), de vrees dat het verkrijgen van een strafrechtelijk voordeel tot een hogere recidivegraad zou leiden en de kosten van een regeling inzake medewerkers van het gerecht.