La décision-cadre de 2002 relative au mandat d'arrêt européen, qui constitue le premier instrument de reconnaissance mutuelle adopté par le Conseil, supprime la possibilité d'invoquer la double incrimination lorsqu'il est question d'infractions qui sont punies dans l'État d'émission du mandat d'arrêt d'une peine privative de liberté d'une durée supérieure à trois ans et qui, telles qu'elles sont définies par le droit de l'État d'émission, relèvent d'une liste de 32 infractions.
Het kaderbesluit van 2002 inzake het Europees aanhoudingsbevel, dat het eerste wederzijdse-erkenningsinstrument is dat door de Raad is aangenomen, schaft de mogelijkheid om dubbele strafbaarheid te eisen af ten aanzien van feiten waarop in de lidstaat die het bevel uitvaardigt een straf van ten minste drie jaar vrijheidsstraf staat en die, zoals omschreven in de wet van de uitvaardigende staat, behoren tot een lijst van 32 strafbare feiten.