Traduction de «énergétique devrait cibler » (Français → Néerlandais) :

déplore le manque d'efficacité de projets en matière d'efficacité énergétique ayant reçu le soutien des fonds structurels de l'Union (2007-2013), tel que critiqué par le rapport de la Cour des comptes; invite la Commission à mettre en œuvre rapidement les améliorations correspondantes en mettant particulièrement l’accent sur la justification et le suivi des projets financés, ainsi que sur la réduction du délai d’amortissement de ces projets; demande une amélioration des lignes directrices et un contrôle accru par la Commission en vue d'une meilleure utilisation des fonds structurels et du FEIS conjointement avec des investissements privés pour financer des projets viables dans le domaine de l'efficacité énergétique, notamment dans des bâtiments; estime que le financement par les fonds structurels et le FEIS de projets en matière d'efficacité énergétique devrait cibler les consommateurs plus exposés au coût de l'énergie tels que les secteurs exposés à un risque de fuite de carbone, les PME et les ménages menacés par la pauvreté énergétique; estime que c'est une priorité absolue d'élaborer des outils et instruments de financement et des modèles innovants pour mobiliser des fonds publics et des financements privés aux niveaux local, national, régional et européen pour soutenir les investissements dans les secteurs clés de l'efficacité énergétique tels que la rénovation des bâtiments, en accordant une attention particulière aux groupes vulnérables et une attention suffisante aux spécificités des investissements à long terme.
betreurt de weinig doeltreffende energie-efficiëntieprojecten die steun hebben ontvangen uit de EU-structuurfondsen (2007-2013), waarop in het verslag van de Rekenkamer kritiek is geuit; verzoekt de Commissie snel de nodige verbeteringen door te voeren, waarbij de nadruk vooral moet liggen op rechtvaardiging, monitoring inkorting van de terugbetaalperiode voor gefinancierde projecten; dringt aan op verbeterde richtsnoeren en een sterker toezicht door de Commissie met het oog op een betere benutting van de structuurfondsen en het EFSI in combinatie met private investeringen voor haalbare energie-efficiëntieprojecten, met name in gebouwen; is van mening dat de financiering van energie-efficiëntieprojecten uit de structuurfondsen en het EFSI zich moet richten op consumenten die gevoeliger zijn voor energiekosten, zoals bedrijven waar het gevaar van koolstoflekkage bestaat, kmo's en huishoudens die door energiearmoede bedreigd worden; acht het een absolute prioriteit om financieringsinstrumenten en innovatieve modellen te ontwikkelen om overheidsmiddelen te mobiliseren en private financiering aan te trekken op lokaal, nationaal, regionaal en Europees niveau teneinde investeringen in belangrijke energie-efficiëntiesectoren zoals de renovatie van gebouwen te ondersteunen, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen en ook voor de specifieke kenmerken van langetermijninvesteringen.

18. souligne qu'il est important de mettre pleinement en œuvre le cadre législatif de l'Union en faveur de l'efficacité énergétique afin de réduire de 20 % la consommation d'énergie à l'horizon 2020, ainsi que de renforcer davantage les directives sur l'efficacité énergétique, l'écoconception, l'écolabel et la performance énergétique des bâtiments, et d'accroître le financement consacré à ces domaines; demande à la Commission de suivre de près la mise en œuvre desdites directives dans les États membres; souligne qu'à l'occasion de la révision de ces directives, la pauvreté énergétique devrait être élevée au rang des priorités et des mesures devraient cibler les logements sociaux et les propriétés les moins performantes occupées par les ménages à faible revenu;
18. wijst op het belang van de volledige tenuitvoerlegging van het wetgevingskader voor energie-efficiëntie van de EU teneinde vóór 2020 een energiebesparing van 20 % te realiseren, van de verdere ontwikkeling van de richtlijn energie-efficiëntie, de richtlijn ecologisch ontwerp, de richtlijn milieu-etikettering en de richtlijn energieprestatie van gebouwen, en van de toewijzing van meer EU-middelen aan deze gebieden; verzoekt de Commissie de tenuitvoerlegging van deze richtlijnen in de lidstaten nauwgezet te volgen; benadrukt dat in het kader van de herziening van deze richtlijnen prioriteit moet worden verleend aan energie-armoede en dat maatregelen gericht moeten zijn op sociale huisvesting en de minst efficiënte gebouwen waarin gezinnen met een laag inkomen wonen;

28. se félicite de la concentration thématique en faveur des investissements dans la croissance intelligente, durable et inclusive propres à permettre de générer de la croissance et de créer des emplois, de faire face au changement climatique et à la dépendance énergétique et de réduire la pauvreté et l'exclusion sociale, mais aussi de l'importance plus grande accordée aux résultats et à la mesurabilité dans les programmes 2014-2020, ce qui devrait permettre de renforcer encore l'efficience et l'efficacité de la politique de cohésion; maintient dans le même temps son exigence d'accorder une plus grande souplesse aux régions, en fonction des spécificités locales et régionales, surtout dans le contexte de la grave crise, afin de réduire les écarts de développement entre les différentes régions de l'Union; réclame l'adoption d'une approche réellement intégrée et territoriale pour cibler les programmes et les projets qui répondent aux besoins sur le terrain;
28. is ingenomen met de thematische concentratie ter ondersteuning van investeringen in slimme, duurzame en inclusieve groei, gericht op het creëren van groei en banen, het aanpakken van klimaatverandering en energieafhankelijkheid en het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting, alsook met de verscherpte aandacht voor resultaten en meetbaarheid in de programma's voor de periode 2014-2020, die moeten bijdragen aan een verdere vergroting van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het cohesiebeleid; wijst tegelijkertijd op de noodzaak van meer flexibiliteit voor de regio's, afhankelijk van de lokale en regionale specifieke kenmerken, met name in de context van de ernstige crisis, teneinde de kloof tussen de ontwikkelingsniveaus van de diverse regio's van de Unie te verkleinen; verzoekt om een werkelijk geïntegreerde en territoriale aanpak van doelprogramma's en -projecten die gericht zijn op de behoeften in het veld;