3. Les équipements liés aux infrastructures de transport maritime peuvent en particulier comprendre les équipements de gestion du trafic et des marchandises, de réduction des incidences néfastes, y compris des incidences néfastes sur l'environnement, et d'utilisation de carburants de substitution, ainsi que les équipements visant à assurer la navigabilité tout au long de l'année, y compris les équipements de bris de glace, d'analyses hydrologiques, ainsi que de dragage, d'entretien et de protection des ports et des abords des ports.
3. Tot de uitrusting voor zeevaartinfrastructuur kunnen in het bijzonder behoren: uitrusting voor verkeers- en goederenbeheer, voor de vermindering van negatieve effecten op, onder meer, het milieu, en voor het gebruik van alternatieve brandstoffen, alsmede uitrusting om het hele jaar door de bevaarbaarheid te verzekeren, met name uitrusting voor het breken van ijs, voor hydrologisch onderzoek, en voor het baggeren, onderhouden en beschermen van de haven en toegangsvaarwegen.