Dans l'accomplissement des activités réalisées en coopération avec le contrôleur européen de la protection des données, les membres et le personnel des autorités nationales de protection des données , compte dûment tenu des principes de subsidiarité et de proportionnalité, disposent de prérogatives équivalentes à celles prévues par l'article 46, paragraphe 4 et sont tenus à une obligation équivalente à celle prévue par l'article 46, paragraphe 6.
Bij het verrichten van activiteiten in samenwerking met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming beschikken leden en personeelsleden van de nationale gegevensbeschermingsinstanties over de in artikel 46, lid 4 vastgestelde bevoegdheden en zijn zij gehouden aan de verplichting van lid 6, met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.