Les parties requérantes ne démontrent pas, et la Cour n'aperçoit pas, en quoi la mise en équivalence du brevet d'officier de la police communale et de celui de sous-officier supérieur de gendarmerie pourrait avoir une incidence directe et défavorable sur la carrière barémique des requérants qui bénéficient en tout état de cause de la mesure prévue à la disposition critiquée, que cette équivalence soit, ou non, établie.
De verzoekende partijen tonen niet aan, en het Hof ziet niet in, hoe de gelijkstelling van het brevet van officier van de gemeentepolitie en dat van hoofdonderofficier bij de rijkswacht een rechtstreeks en ongunstig gevolg zou kunnen hebben voor de baremische loopbaan van de verzoekers die hoe dan ook de in de bekritiseerde bepaling bedoelde maatregel genieten, ongeacht of die gelijkstelling al dan niet is aangetoond.