1. Etablir et signer les titres de paiement et, d'une manière générale, négocier et effectuer toutes opérations financières, percevoir toutes sommes versées, en donner décharge et prendre toutes mesures utiles en cas de placement de fonds dans les limites autorisées.
1. De betaalorders opmaken en ondertekenen en, in t algemeen, alle financiële verrichtingen tot stand brengen en afhandelen, alle gestorte bedragen in ontvangst nemen en hiervoor ontlasting geven, en alle nuttige maatregelen treffen, ingeval van belegging, binnen de gestelde grenzen, van geldmiddelen.