L'intervenante se réfère en l'espèce à un arrêt rendu le 8 octobre 2008 par la Cour de cassation, établissant clairement ce qui suit: « Aucune méconnaissance du principe général du droit relatif au respect dû aux droits de la défense ne saurait se déduire de la seule circonstance que, régulièrement convoqué et hors un cas de force majeure l'empêchant de comparaître, le condamné n'a pas comparu à l'audience du tribunal de l'application des peines, quand bien même la loi ne lui permet de former ni opposition ni appel du jugement rendu sans qu'il ait été entendu ».
Spreekster verwijst ter zake naar een arrest van het Hof van Cassatie van 8 oktober 2008 waar duidelijk wordt gesteld dat « miskenning van het algemeen beginsel van de eerbiediging van het recht van verdediging niet kan worden afgeleid uit de omstandigheid alleen dat de veroordeelde, die regelmatig is opgeroepen en buiten een geval van overmacht dat hem belette te verschijnen, niet op de zitting van de strafuitvoeringsrechtbank is verschenen, ook al staat de wet hem niet toe verzet aan te tekenen of hoger beroep in te stellen tegen het vonnis dat werd gewezen zonder dat hij werd gehoord ».