À propos de l'article 99, § 2, 1º, qui concerne la diffamation et les atteintes à la vie privée, l'intervenante note que l'on applique le droit de l'État sur le territoire duquel le fait générateur ou le dommage est survenu ou menace de survenir, au choix du demandeur, à moins que la personne responsable n'établisse qu'elle ne pouvait pas prévoir que le dommage surviendrait dans cet État.
Artike1 99, § 2, 1º, betreft eerroof en schendingen van de persoonlijke levenssfeer. Daarover merkt spreker op dat naar keuze van de eiser het recht wordt toegepast van de Staat op wiens grondgebied de schadelijke handeling of de schade zich heeft voorgedaan of dreigt zich te zullen voordoen, tenzij de aansprakelijke persoon aantoont dat hij niet kon voorzien dat de schade zich in die Staat zou voordoen.