« Le § 2 précise que c'est l'activité principale d'un commerce qui doit être prise en considération pour d
éterminer s'il peut bénéficier de la dérogation. Cinq types d'unité d'établissement peuvent bénéficier de la dérogation : les librairies (journaux, magazines, produits du tabac et article fumeurs, cartes téléphoniques et produits de la Loterie nationale), les vidéo-clubs (vente et location de supports d'oeuvres audiovisuelles et de jeux vidéos), les stations-services, les vendeurs de glaces et de denrées alimentaires préparées dan
...[+++]s l'unité d'établissement et qui n'y sont pas consommées (friteries, plats chinois à emporter...) » (ibid., p. 10).
« § 2 verduidelijkt dat het de hoofdactiviteit van een handelaar is die in overweging dient te worden genomen om te bepalen of hij van de afwijking gebruik kan maken. Vijf soorten van vestigingseenheden kunnen van de afwijking gebruik maken : de boekhandels (kranten, tijdschriften, tabaksproducten en artikelen voor de rokers, telefoonkaarten en producten van de Nationale Loterij), de videoclubs (verkoop en verhuur van audiovisuele dragers en videospelen), de tankstations en de verkopers van ijs en van voedingswaren die in de vestigingseenheid worden bereid en er niet worden verbruikt (frituren, meeneem chinees ...) » (ibid., p. 10).