40. Dans le cas d'établissements de crédit formant une fédération au sens de l'article 61 de la loi du 22 mars 1993 ou pour les engagements d'un établissement de
crédit dont un ou plusieurs autres établissements de
crédit sont
tenus solidairement, le Fonds n'est tenu de procéder à une intervention financière qu'après que les
titulaires d'avoirs aient réclamé en vain, selon le cas, le remboursement, la restituti
...[+++]on ou l'indemnisation de ceux-ci respectivement à l'organisme central de la fédération ou aux établissements tenus solidairement.
40. In het geval van kredietinstellingen die een federatie vormen in de zin van artikel 61 van de voornoemde wet van 22 maart 1993 of voor de verbintenissen van een kredietinstelling waartoe één of meer andere kredietinstellingen hoofdelijk verbonden zijn, dient het Fonds pas een financiële tegemoetkoming te verlenen nadat de cliënten eerst tevergeefs, naar gelang van het geval, een terugbetaling, een teruggave of een schadeloosstelling van hun tegoeden hebben gevorderd van, respectievelijk, de centrale instelling van de federatie of de hoofdelijk verbonden instellingen.