Ce Protocole établit en particulier un système de visites régulières sur les lieux où se trouvent des personnes privées de liberté, effectuées par des organismes indépendants : d'une part, des organismes nationaux (les " mécanismes nationaux de prévention ") et, d'autre part, un organisme international (le " Sous-Comité pour la prévention de la torture ").
Het protocol voorziet in een systeem van regelmatige bezoeken door onafhankelijke nationale en internationale instatnies aan plaatsen waar mensen verblijven die van hun vrijheid worden beroofd, namelijk de nationale preventiemechanismen en het subcomité ter preventie van foltering.