S'agissant de la notion de droits complémentaires d'inscription, celle-ci était bien connue avant l'adoption des dispositions contestées et a été validée par des arrêts de la Cour (nos 28/92 et 33/92), les critiques que révèle la jurisprudence ayant essentiellement porté sur les hypothèses où de tels droits n'étaient demandés qu'aux seuls étudiants étrangers.
Het begrip « aanvullend inschrijvingsrecht » bestond reeds vóór het aannemen van de betwiste bepalingen en is geldig verklaard in arresten van het Hof (nrs. 28/92 en 33/92); de kritiek daarop in de rechtspraak had hoofdzakelijk betrekking op de gevallen waarin een dergelijk recht enkel aan buitenlandse studenten werd gevraagd.